Vertalingen hacer caer ES>NL
hacer caer (ww.) | omduwen (ww.) ; omgooien (ww.) ; omkiepen (ww.) ; omkieperen (ww.) ; omstoten (ww.) ; omvergooien (ww.) ; omverrukken (ww.) ; omverstoten (ww.) ; omverwerpen (ww.) ; omwerpen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `hacer caer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: caerseES: cambiar completamenteES: derribarES: derrocarES: echar por tierraES: refutarES: tirarES: tumbarES: volcar